Bij de programmarekening 2023 is afgesproken om in elk P&C-product expliciet stil te staan bij vier onderwerpen: grondexploitaties, jeugdhulp, Wmo en parkeren.
Grondexploitaties
De grondexploitaties worden in voorbereiding op de programmarekening 2025 geactualiseerd, conform de verordening Beheersregels Grondexploitaties en Strategisch Bezit, gemeente Den Haag 2025. Van de 22 operationele grondexploitaties is het voornemen om bij de jaarrekening 2025 van 5 projecten winstneming te rapporteren. 1 project wordt naar verwachting afgesloten. Enkele projecten hebben door lopende procedures en/of vertraging in afgifte van vergunningen vertraging in de uitvoering opgelopen. In die gevallen worden er minder lasten gemaakt dan geraamd. De middelen blijven beschikbaar voor de betreffende projecten.
Jeugd
In de voorjaarsnota is toegelicht op welke manier de adviezen uit het adviesrapport ‘Groeipijn’ van de Deskundigencommissie Hervormingsagenda Jeugd (commissie Van Ark) door het Rijk zijn verwerkt. In de begroting van Den Haag zijn de volgende mutaties verwerkt:
- Compensatie voor tekorten op de jeugdzorg: € 13,4 mln. structureel vanaf 2025
- Verzachting van het ingroeipad voor de maatregelen uit de Hervormingsagenda voor 2026 en 2027: respectievelijk € 16,15 mln. en € 14,45 mln.
- Besparingen als gevolg van verschillende maatregelen structureel vanaf 2028: eigen bijdrage op jeugdhulp (€ 8,3 mln.); sturing op trajectduur (€ 2,2 mln.) en indexering van de besparingen uit de Hervormingsagenda (€ 16,2 mln.).
Voor de periode 2025-2027 worden de tekorten door het Rijk hiermee verzacht, terwijl het Rijk voor de periode vanaf 2028 juist extra besparingen oplegt zonder deze voldoende uit te werken. Het Rijk heeft met de VNG afgesproken dat de commissie Van Ark begin 2027 een tweede advies uitbrengt over het financieel kader vanaf 2028.
In de miljoenennota is duidelijk geworden dat het Rijk alsnog het advies van de commissie Van Ark volgt om de tekorten uit 2023 en 2024 voor de helft te compenseren. Van dit bedrag van € 23,6 mln. wordt
€ 10,75 mln. ingezet om de negatieve programmareserve weer naar nul te brengen. Voor het restant van deze middelen (€ 12,8 mln.) wordt voorgesteld om een reserve voor jeugdzorg in te stellen die als risicobuffer kan dienen voor eventuele toekomstige tekorten.
Naast de mutaties vanuit het Rijk is bij de begrotingsbehandeling 2026-2029 voor het jaar 2025 door de gemeenteraad incidenteel € 24 mln. toegevoegd ter dekking van het in 2025 verwachte tekort. Halverwege het jaar was, na jaren van trendmatige groei, voor het eerst een trendbreuk in de kosten voor regionale jeugdzorg zichtbaar. Dit kan duiden op de eerste positieve effecten van contractmanagement en de nieuwe lokale contracten, waarmee wordt ingezet op preventie en het voorkomen van zware hulp. Door het voordeel in 2025 is de huidige prognose dat de extra toegevoegde middelen niet volledig benodigd zullen zijn en er een beperkt overschot bij de programmarekening zal resteren. Zie hoofdstuk 4 van deze najaarsnota voor een toelichting op de prognose.
Wmo
In de achtmaandsrapportage 2024 is toegelicht waarom het eerdere voordeel op de Wmo – waardoor dit één van de 4 onderwerpen van ‘verhoogde dijkbewaking’ is – een stuk kleiner is geworden. Door de verder stijgende kosten voor gezinsopvang is het voordeel inmiddels omgeslagen in een per saldo nadeel van een paar miljoen. Voor 2025 komen de totale kosten van gezinsopvang naar verwachting uit tussen de € 15 en
€ 17 miljoen, terwijl de kosten in 2023 nog € 2,1 miljoen bedroegen. Zie ook de voortgangsrapportage 2024 ‘Den Haag geeft thuis’ (RIS322995). Zoals ook in de voortgangsrapportage staat wordt € 6 mln. van het tekort op gezinsopvang gedekt door een onderbesteding bij Wmo maatwerkarrangementen. De verwachting is dat het resterende tekort op gezinsopvang in 2025 gedekt kan worden door voordelen elders op het programma. Zie hoofdstuk 4 van deze najaarsnota voor een toelichting op de prognose.
Parkeren
De prognose voor 2025 komt zowel voor de baten als de lasten lager uit dan begroot. De lagere baten (€ 1,8 mln.) worden vooral veroorzaakt door de werkzaamheden rondom de Spuigarage en doordat de inkomsten uit parkeren op straat lager zijn dan verwacht. Dit heeft een aantal oorzaken, bijvoorbeeld uitstel van betaald parkeren in Morgenstond en minder parkeertransacties en een lagere gemiddelde opbrengst per transactie. De lagere lasten (€ 2,2 mln.) hangen deels samen met het uitstel van betaald parkeren dat ook tot lagere baten leidt en daarnaast is sprake van vacatureruimte en van herfasering van onderhoud van stallingsgarages.
