Ontwikkelingen gemeentefonds
Op 16 september is de Miljoenennota 2026 uitgekomen, evenals de financiële doorvertaling hiervan naar gemeenten: de septembercirculaire. De belangrijkste ontwikkelingen die volgen uit de septembercirculaire worden hieronder uitgelicht; ook wordt kort ingegaan op de stand van zaken van de herverdeling van het gemeentefonds. In aanvulling hierop is op 4 november de analyse Miljoenennota 2026 (RIS323571) naar de raad gestuurd, waarin de beleidsinhoudelijke wijzigingen uit de Miljoenennota die betrekking hebben op de gemeente zijn toegelicht.
Bijstelling accres-tranches
Het accres over het gemeentefonds wordt elk jaar, voor het lopende jaar, in de meicirculaire vastgesteld. In aanvulling hierop wordt twee keer per jaar een raming van de meerjarige ontwikkeling van het accres gegeven. Dit wordt gebaseerd op de CPB-ramingen van de ontwikkeling van het BBP. Op basis van de meest recente raming van het CPB is het accres neerwaarts bijgesteld ten opzichte van een half jaar geleden. Het effect hiervan loopt op van € 3 miljoen in 2026 naar € 13 miljoen in 2030. Over een half jaar raamt het CPB de BBP-ontwikkeling opnieuw en wordt het accres 2026 definitief. Die raming wordt verwerkt in de meicirculaire en vormt de basis voor de Haagse begroting. De bijstelling uit de septembercirculaire leidt dus niet direct tot een nadeel voor de gemeentebegroting. Maar, als de raming van de BBP-ontwikkeling over een half jaar in lijn is met de raming uit deze circulaire – en hier geen andere voordelen tegenover staan – dan is dit wel het geval.
Overheveling specifieke uitkeringen (SPUK’s)
In het landelijke hoofdlijnenakkoord 2024 is opgenomen dat een groot aantal specifieke uitkeringen wordt overgeheveld naar de algemene uitkering. Deze overheveling gaat gepaard met een budgetkorting van 10%. De afgelopen periode is onderzocht welke specifieke uitkeringen hiervoor in aanmerking komen en in de septembercirculaire zijn de eerste vijf SPUK’s overgeheveld. Het gaat om middelen voor capaciteit voor klimaat- en energiebeleid (CDOKE), de regeling heroïnebehandeling, de informatiepunten digitale overheid (IDO), het bureau regioburgemeesters en middelen voor erfgoedregistratie. Deze laatste twee hebben betrekking op één specifieke gemeente: Den Haag, respectievelijk Amsterdam. Met uitzondering van de middelen voor het bureau regioburgemeesters is de aangekondigde korting van 10% toegepast. De overgehevelde middelen worden ter beschikking gesteld van het beleidsterrein waar deze betrekking op hebben. Per overgehevelde SPUK wordt binnen het betreffende beleidsterrein bekeken hoe invulling kan worden gegeven aan deze korting.
Herverdeling gemeentefonds
In 2023 is het nieuwe verdeelmodel van het gemeentefonds ingevoerd, als gevolg hiervan ontvangt Den Haag minder geld. De herverdeling van het gemeentefonds wordt stapsgewijs middels een ingroeipad doorgevoerd. In de programmabegroting 2023-2026 is de eerste stap van de herverdeling van het gemeentefonds verwerkt. Na deze eerste stap is de herverdeling voor alle gemeenten gepauzeerd. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft in een Kamerbrief aangegeven dat 1 januari 2027 een volgende stap gezet zal worden in het ingroeipad naar de nieuwe verdeling van het gemeentefonds. Omdat de herverdeling voor Den Haag negatief uitpakt, resulteert dit in een financieel risico wat in een periode van 10 jaar op kan lopen tot maximaal € 90 mln. structureel. De omvang van dit bedrag is onzeker, omdat nadere analyses naar het verdeelmodel plaatsvinden die kunnen leiden tot aanpassingen. De verwachting is dat begin 2026 de resultaten van deze nadere analyses bekend zijn. Den Haag is samen met de G4 nauw betrokken bij dit proces en eventuele aanpassingen aan het verdeelmodel. Vanwege de omvangrijke financiële impact voor Den Haag wordt middels een ambtelijke en bestuurlijke lobby tegelijkertijd ingezet op het zoveel mogelijk inperken van het negatieve effect voor Den Haag.
